woensdag 26 september 2012

Paradijsvogelbloem

Rust en schoonheid straalt de Paradijsvogelbloem uit. Alhoewel ik de bloem tot nu toe alleen op foto's zag. De kwekelingen groeien wel -zij het niet erg snel- en bovendien geeft ook het weer momenteel niet heel veel hoop over het vervolg. Maar het is tenslotte een Paradijsvogelbloem die alleen al met deze naam de nodige positieve impuls op een florissant vervolg geeft.




Horizon
een novelle, deel 2



   Die avond krijgt ze telefoon van de man die ze de avond daarvoor had ontmoet in een café. Hij vraagt of ze misschien zin heeft naar de film te gaan; hij kent wel een goede zegt hij. Tijdens hun eerste ontmoeting had hij verteld een Amerikaan te zijn, je kon dat trouwens al direct horen aan zijn duidelijk Amerikaanse r.

   De film was er één waar vooral veel actie inzat. Daar was Ines niet vies van en die avond vond ze het zelfs erg spannend en na de film hadden ze beiden wel zin in een biertje dus zaten ze nogmaals met elkaar in een bar.
   "Gaan we hier nu een ritueel van maken of zullen we direct maar na het volgende biertje jouw huis gaan opzoeken?"

   "Oh,..ehmm, ik wist niet dat Amerikanen zulke vlotte mensen waren", reageert Ines, "maar 't is goed hoor, 'k heb thuis nog wel een duveltje of zo".
   Door het succes met de waterloop die dag is Ines uitgelaten en wil eigenlijk het liefst direct doorlopen naar de tuin met waterloop maar John houdt haar tegen en zegt dat ze dat toch ook morgen kunnen zien. 
   "Yes man, gewoon eerst een glas donker bier en dan een heerlijk bed".
   Tijdens de duveltjes wordt John steeds grappiger en maakt veel Amerikaanse jokes die ze niet kent. Ines voelt niks meer van de aanvankelijke aarzeling die er was toen ze nog in het café zaten. Het wordt dan ook steeds vanzelfsprekender dat John haar bed bedoelt als hij het over slapen heeft.

   Met een behoorlijke kater wordt Ines wakker de volgende morgen, ze kijkt naar rechts en ziet John naast zich liggen. Hij snurkt zachtjes en dat roept een vreemd gevoel bij haar op. Hij ziet er zo tevreden uit met de situatie en dat terwijl zij zelf verwarring voelt. Ze schudt de onzekere gedachten zoveel mogelijk uit haar hoofd en staat op om koffie te zetten. 
   Als ze door het keukenraam naar buiten kijkt is haar weer direct duidelijk waarom ze deze passie heeft. De waterloop ligt daar zo glanzend in het vroege ochtendlicht dat zij meteen als de koffie aan het doorlopen is naar buiten gaat om te genieten van haar nieuwste aanwinsten. De planten staan er goed bij. Ze kijkt naar de dadelplant en begint met een harkje wat zand te egaliseren. 
   "Au!" 
   Er steekt een scherpe naald van de plant in haar hand. Bij het optillen van de hand blijft de tak met de stekel en al er inzitten. 
   "O, shit, dat doet pijn, hoor je me?" 
   Het is voor het eerst dat Ines zichzelf tegen een plant hoort praten. Ze knipt de tak door en kijkt of er geen bloed uit het gaatje in haar hand komt.

   Het ochtend licht wordt steeds helderder en haar zin in koffie steeds groter en ze loopt naar binnen. Ze had wel verwacht in de keuken John tegen te komen maar de keuken blijkt leeg. Ze zet water op om een eitje te kunnen koken en loopt door om John te gaan wekken. Tot haar stomme verbazing is er ook in de slaapkamer geen John te bekennen. Geen geluid uit de badkamer, niet uit de toilet en ze hoort ook geen douche die gebruikt wordt. 
   "John? Waar zit je, John?"
   Het blijft lange tijd stil. Het enige wat Ines hoort is haar eigen hart dat roffelt in haar binnenste. Ze denkt na; probeert zich de hele avond van de vorige dag te herinneren. Van uur tot uur loopt ze de avond na. Weer terug in de slaapkamer zoekt ze naar een aanknopingspunt; iets wat haar zou kunnen helpen een duidelijker beeld te krijgen van haar avond de dag ervoor. Maar ze vindt niks; geen hemd, geen vergeten onderbroek, geen gebruikt condoom.
   "Hè, verdomme John, waar zit je nou?"
   Geen reactie, verslagen zinkt ze neer op het bed en weet even niet wat te doen. Hij kan toch niet weggegaan zijn; dan had ze hem moeten zien vertrekken, een andere weg dan door de tuin langs haar heen is er niet. En ze had zich zo verheugd op zijn reactie als hij de waterloop bij daglicht zou zien. Ze kan zich toch niet verbeeld hebben dat hij er was of was ze nu aan het hallucineren? Om een telefoonnummer o.i.d. te vragen aan hem had ze niet nodig gevonden, ze zouden elkaar immers vaker zien? Had ze het zich allemaal maar verbeeld en bestond er simpelweg helemaal geen John in haar leven?

Wordt vervolgd...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten